Sinds een jaar ben ik fanatiek aan het sporten. Nooit enig gevoel gehad daarbij, laat staan enige motivatie, maar na regelmatig terugkerende klachtjes aan het motorische apparaat kon ik maar een conclusie trekken: meters maken! Dus nu spin en krachttrain ik drie keer per week en ik voel me super.
Tijdens de heerlijk uitputtende spinning-lessen kom ik regelmatig op parallellen met het musiceren in het algemeen en het harp spelen in het bijzonder. Ook daar moet je, wil je tot enig resultaat komen en blijven meters maken.
Gymnastieken, conditietraining met je vingers: langzaam opbouwen, versnellen, ritmisch variëren, tempo terug en weer opnieuw. Totdat je vingers los zijn en je je aan Mozart kunt wijden...om er vervolgens achter te komen dat je conditie nog echt verbetering behoeft.
Waarom vindt iedereen dat bij sport de normaalste zaak van de wereld en wordt er bij muziek en in de les toch zo over gesteund? Na een toonladder en drieklank is het wel weer genoeg. Variaties op dat thema worden al gauw als slaapverwekkend of geestdodend ervaren.
Oefening baart kunst en dat is heel letterlijk te nemen. Ooit raar opgekeken omdat een kind niet meteen kon lopen/praten/fietsen? Of dat Epke zonder meters maken zo in de lucht kon zwieren? Of dat Christiano zomaar ieder balletje raak trapt? Of - nou vooruit - Gwyneth, Rémy of Lavinia alsof het niets is alles uit die harp toveren?
Tuurlijk niet! Harpspelen is heus niet zo moeilijk. Talent is een ding maar meters maken is het andere. Hoeveel meters zal voor iedereen verschillend zijn, maar het begint met iedere dag je conditie verbeteren en/of op peil houden. Dat geldt voor sport, muziek en eigenlijk alles.
Dus: hup, meters maken!
Reactie schrijven