Soms kom ik ze tegen: mensen die een zekere angst hebben om te spelen. Omdat ze denken dat alles wat ze doen op de harp niet goed zou zijn. Omdat ze jaren geleden zijn gestopt met harp spelen en het idee hebben dat ze het niet meer kunnen. Omdat ze pas net zijn begonnen en het ‘nog lang niet kunnen’. Ze praten veel, lachen nog meer, verontschuldigen zich de hele les en hopen dat het beter gaat worden. Maar ze vergeten één ding: muziek moet je maken!
Muziek maken zonder technische basis? Ja! Gewoon beginnen en ervaren en van daaruit bouw je op en schaaf je bij. Precies dat is de basis van de zgn. Kodály-methode. Zoltán Kodály (1182-1967) was een Hongaarse componist/musicoloog/pedagoog die de aanjager is geworden van het muziekonderwijs in Hongarije. Door zijn inspanningen is muziek een vast en belangrijk onderdeel van het reguliere onderwijs in Hongarije vanaf de kleuterschool. Kinderen worden van jongs af aan op speelse wijze meegenomen in alle aspecten van muziek: ritmiek, melodie, muzikale interpretatie en emotie, analyse, gehoor en techniek. Door goed getrainde muziekdocenten worden ze geleid van simpele kinderliedjes naar ingewikkelde meerstemmige koorwerken en als ze willen volgen ze die route eveneens op een instrument. Steeds vanuit hetzelfde principe: eerst doen, dan stap voor stap bewust worden en met behulp van opdrachten die vooral gericht zijn op het aanwakkeren van de intrinsieke motivatie de techniek en muzikaliteit verder ontwikkelen. Want wanneer iets leuk en uitdagend is, is leren zinvol en vol te houden.
Als docent probeer je je telkens opnieuw uit te vinden, althans ik wel. Een aantal jaren geleden kwam ik met bovenstaande methode in aanraking en ik werd enorm enthousiast door het plezier waarmee ik leerlingen weer op weg kan sturen. Doe ik het helemaal volgens het boekje? Nee, natuurlijk niet. Ik, en met mij mijn hele generatie, heb op een heel andere manier les gekregen: eerst voordoen, beredeneren, kritiek krijgen en dan pas spelen. Daarmee loop je kans de totale onbevangen nieuwsgierigheid die kinderen eigen is over het hoofd te zien. En, belangrijker: daarmee voed je het gevoel dat je iets niet zou kunnen wanneer je niet een exacte kopie bent of wordt van je docent. En ja…daar word je wel angstig van.
Stukje bij beetje verwerk ik mijn ‘Kodály-kennis’, die overigens nog lang niet compleet is, in mijn lessen. Het belangrijkste verschil met vroeger is dat een les nu voor 90 procent bestaat uit spelen, daar waar er voorheen veel tijd werd besteed aan het uitleggen van allerlei dingen. Door te spelen, door te doen ervaar je als leerling de muziek veel meer en als docent kun je je veel beter verplaatsen in degene die tegenover je zit omdat je alles meespeelt, mee ervaart en mee voelt.
Ook en vooral in groepslessen is het toepassen van de Kódály-methode een feest. Als uitgangspunt voor een groepsles met kinderen kun je een simpel liedje als ‘k Ving vandaag een grote mug nemen als basis.
Ga vanuit dit liedje je groepsles inrichten door bijvoorbeeld te beginnen met het ritme te klappen terwijl je zingt. Geef daarna een paar opdrachten: stamp op de eerste tel of klap je handen op schoot op de eerste tel. Maak twee groepjes en laat een groep een begeleidend ritme klappen terwijl de andere groep het liedje klapt. Door middel van ritmekaarten (waarop allemaal verschillende ritmes met kwarten en achtste noten staan) kun je de gebruikte ritmes in het liedje laten uitzoeken door je leerlingen: wie weet welk ritme hier gebruikt wordt? (Je oefent puls, ritme én ritmische notatie)
Daarna ga je het liedje met de leerlingen op de harp op- en onderzoeken; geef ze daarbij wel de toonsoort (hakenstand) en de begintoon als houvast. Eerst gewoon met een vinger, later kun je de opdracht geven: wie weet een fijne vingerzetting? (Je oefent gehoor, melodisch geheugen en techniek)
Vervolgens kun je weer groepjes maken en laat je het ene groepje een begeleidend ritme klappen of kloppen op de harp terwijl de andere groep het liedje met een of twee handen speelt. Een variant kan ook zijn dat je een groepje een aparte baslijn geeft. (Je oefent gehoor, ritmiek, samenspel)
Zo kun je nog veel meer opdrachten bedenken als voorbereiding op het van blad lezen van het liedje. Dat zal dan een feest van herkenning zijn en niet, zoals vaak, een gevecht en een noten-zoekplaatje. Bovendien word je als docent blij van deze les omdat je de hele les alleen maar muziek hebt gemaakt samen met je leerlingen.
Groot gevaar: je hebt de hele dag die mug in je hoofd!
Dit blog is als artikel in de rubriek Vanuit de lespraktijk... verschenen in het Harp Magazine
(mei 2019, uitgave van Harp Vereniging Nederland)